by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941)
‘Wat naai je daar van blank satijn
Language: Dutch (Nederlands)
- ‘Wat naai je daar van blank satijn, O kweelend spelend Kindekijn Wat plooi je, wat tooi je zóo mooi en gezwind?’ - ‘Een bruidskleed voor mijn poppekind.’ - ‘Wat naai je daar van blank satijn, O blozend droomend Maagdelijn, Terwijl er zóo vroolijk je harteken slaat?’ - ‘Ik naai mijn eigen bruidsgewaad.’ - ‘Wat naai je daar zóo teêr, zóo fijn, Het kon wel een elfekleedje zijn, Vol fladdrende kantjes en vlinderig lint?’ - ‘Ik naai een doopkleed voor mijn kind.’ - ‘Wat naai je daar van blanke zij? Het lijkt wel engelekleedij. O Moeder! je weent er jë oogen bij blind....’ - ‘Ik naai een doodswâ voor mijn kind.’
About the headline (FAQ)
Confirmed with Hélène Lapidoth-Swarth, Verzen, in: De Gids Jaargang 69. P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam 1905 p.40
Authorship:
- by (Stephanie) Hélène Swarth (1859 - 1941), "Liedeken van vrouweleven" [author's text checked 1 time against a primary source]
Musical settings (art songs, Lieder, mélodies, (etc.), choral pieces, and other vocal works set to this text), listed by composer (not necessarily exhaustive):
- by Henriette Jacoba van Heukelom-van den Brandeler (1884 - 1985), "Liedeken van vrouwenleven" [ voice and piano ], from Vijf liederen, no. 4, Amsterdam : De Algemeene Muziekhandel [sung text not yet checked]
Researcher for this page: Joost van der Linden [Guest Editor]
This text was added to the website: 2023-05-01
Line count: 16
Word count: 111